Carel Willink: ‘Stadsgezicht’(1934) olieverf op doek (75x100cm). Copyright: 2013 – MMK Arnhem
Op dit schilderij is de wereld in een apocalyptisch duister gehuld. Alsof alle leven is verdwenen. In 1934, toen Carel Willink (1900/1983) zijn dreigende ‘Stadsgezicht’ schilderde, stond de Tweede Wereldoorlog voor de deur. Maar dat wist hij toen nog niet. In 1960 was dit ‘Stadsgezicht’ met een groot aantal schilderijen van andere kunstenaars te zien op de tentoonstelling ‘De bange jaren ’30. Neo-realisme in de Nederlandse schilderkunst’ in het Gemeentemuseum Arnhem. Geen enkele andere kunst dan deze voorbeelden van Magisch Realisme konden het ondergangsgevoel in die tijd beter uitdrukken. Zeker niet het Modernisme dat elke vorm van Realisme als oubollig beschouwde en de waardering ervoor tot taboe verklaarde, zoals de samenstellers van de huidige tentoonstelling ‘In de schaduw van morgen’ uitleggen.
De huidige tentoonstelling in Arnhem is een herhaling van die in 1960. Omdat het Magisch Realisme vaak duister en dreigend oogt, dacht men na de oorlog dat de magisch realisten, onder wie Pyke Koch, Carel Willink, Wim Schumacher, Edgar Fernhout, Raoul Hynckes en Dick Ket, een soort zieners waren, die bovendien onbevreesd de grenzen van het realistische taboe overschreden.
Het is een bijzonder weerzien. Een avontuur, kun je zelfs zeggen. We stappen opnieuw de vreemde grijzige landschappen van Schumacher binnen. We struinen door de dode natuur van Raoul Hynckes of trotseren de dwingende ogen van de stoere mannen en vrouwen bij Pyke Koch. En wat gebeurt er in de nachtelijke pisbak die Koch in 1930 de titel ‘Nocturne’ gaf? Die straalt een mysterieus licht uit, als een avondlijke draaimolen op de kermis.
De Magisch Realisten waren sterk gericht op stofuitdrukking, maar die overdreven ze graag om aan te geven dat het een andere realiteit betreft. Dit was niet oubollig, dit was een vorm van avant-garde die de werkelijkheid veranderde om deze precies de gevoelsinhoud te geven die gewenst was.
Met zijn opvattingen was Willink verre van ouderwets: ‘Mijn hele leven heb ik mij tot een zekere kitsch aangetrokken gevoeld. Het heeft meer mogelijkheden tot ironie (…) Gebouwen en landschappen die afstotelijk én aantrekkelijk zijn.’
In de schilderkunst van deze tijd is dat inmiddels heel gewoon.
‘In de schaduw van morgen. Neorealisme in Nederland.’ Museum voor Moderne Kunst Arnhem. Utrechtseweg 87, Arnhem. Open: do t/m zo 11-17 uur. T/m 17 februari 2013.