Er zijn van die operauitvoeringen die historie schrijven. ‘Salome’ van Richard Strauss door De Nationale Opera met het Concertgebouworkest onder leiding van chef-dirigent Daniele Gatti is zo’n historisch moment. Het verhaal is bekend, Salome is het synoniem voor het ultieme kwaad. Weinig vrouwen uit de cultuurgeschiedenis zijn zo vaak afgebeeld en uitgebeeld als Salome, want een 16-jarige verpersoonlijking van boosaardige, vrouwelijke verleiding spreekt enorm tot de verbeelding. Daarbij schokkend, zeker voor het publiek in de tijd van toneelschrijver Oscar Wilde en Richard Strauss. Salome was immers de bijbelse vrouw die, o gruwel, het hoofd van Johannes de Doper opeiste om er mee te vrijen.
Wie gewend is aan horrorfilms of aan series als ‘Game of Thrones’ kijkt nergens meer van op. Maar Salome als opera is wel even wat anders. Dat is behalve pervers drama over incest en necrofilie, een muzikale belevenis van de hoogste orde. Uitgevoerd door een orkest en dirigent die er voor zorgen dat het drama en de schokmomenten vooral uit de orkestbak komen zodat de gebeurtenissen op het toneel, in de regie van Ivo van Hove, danig worden versterkt. Alle verlangens, verleidingen, verschrikkingen en angsten krijgen door de muziek van Richard Strauss een bijna ondraaglijke betekenis. Daniele Gatti leidt zijn orkest krachtig, ingehouden, mysterieus en exuberant naar het dramatische hoogtepunt.
Salome is dit keer geen donkerharige schoonheid, maar de Zweedse, hoogblonde sopraan Malin Byström die Salome voor de eerste keer zingt. De vanzelfsprekendheid waarmee ze haar prachtige en krachtige stem boven het orkestgeweld uit laat klinken, is fenomenaal.
Bij Oscar Wilde is Salome een radeloos en in wezen angstig mensenkind, slachtoffer van incest, eenzaamheid en een manipulerende moeder en stiefvader. Strauss heeft dat heel goed aangevoeld. Zijn muziek is daardoor een vorm van psychoanalyse, waarin het karakter van Salome wordt ontleed en geduid. Het gaat minder om het lichamelijke, maar meer om het psychische drama. Malin Byström doet vervolgens een onvolkomen, bijna ontroerende poging tot erotisch bewegen, tijdens de beroemde sluierdans. Een zware opgave. Dat lukt bij vlagen, de dans duurt tien minuten, maar soms ook niet. Salome gaat weliswaar over erotiek, maar in wezen om wat erachter schuilt. De laatste sluier onthult juist haar hoofd, niet haar naaktheid. Bij dat alles volgt de maan op het minimalistische achterdoek haar baan, kleurt bloedrood als Salome het hoofd van Jochanaan (Johannes de Doper) eist, en verandert tot slot in een maansverduistering.
‘Salome’, een Holland Festivalproductie door de Nationale Opera m.m.v. het Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti is in het Amsterdamse Muziektheater nog te zien op dinsdag 27 juni (20 uur), zondag 2 juli (14 uur) en woensdag 5 juli (20 uur).
Foto: Clärchen&Matthias Baus De Nationale Opera