Aaron Taylor Johnson als graaf Vronski en Keira Knightly
als Anna Karenina in ‘Anna Karenina’ van Joe Wright.
Copyright: moviebizz.org
RECENSIE – In het begin van ‘Anna Karenina’ van de Britse filmregisseur Joe Wright (‘Pride & Prejudice’, ‘Atonement, ‘The Soloïst’) zouden we niet verbaasd opkijken als de acteurs in zingen zouden uitbarsten. Zo sterk is deze dertiende verfilming van het meesterwerk van Lev Tolstoj (1877) gebed in kunstmatigheid, afgewisseld met ‘realistische’ scènes en vaak in elkaar overlopend. Het begint in een theater waar decorstukken onnavolgbaar worden verwisseld en achter elke realistische deur een theaterdecor kan opdoemen waarin de tragedie van een vrouw in de hoogste kringen van de laat 19de-eeuwse Russische maatschappij zich ontvouwt.
Dat gebeurt in een mix van film, opera en dans, met name in de balscènes waar de dansenden soms bevriezen in hun bewegingen en de balzaal ineens leeg blijkt te zijn als de gelieven Graaf Vronski en Anna Karenina een ‘pas de deux’ uitvoeren.
Een soms verbluffende art-direction, afgewisseld met smaakvol toegepaste digitale special effects toveren een schouwspel tevoorschijn dat alleen als ‘schilderijententoonstelling’ al diepe indruk maakt en bewondering oogst, los van de schitterende kostuums en de rijke mise-en-scène. Tegelijkertijd is de Anna Karenina van Joe Wright een ode aan de illusie die film in wezen is. De regisseur, zowel beeldend kunstenaar als filmmaker die zijn shots door de composities van klassieke schilderijen laat bepalen, groeide op bij ouders die een poppentheater hadden, wat we terugzien in een scène met tientallen marionetten aan touwtjes. Maar ook in de vele scènes die zich afspelen in de technische wirwar in de coulissen en boven het toneel dat in het theater kunst-en-vliegwerk wordt genoemd.
Joe Wright en scenario- en toneelschrijver Tom Stoppard zijn als magiërs in de weer geweest met al die wisselingen van gezichtspunten en locaties en toch is de film een grote eenheid gebleven. Na de eerste tien minuten raak je gewend aan al die scènewisselingen. Dan maakt het voor de geloofwaardigheid niets meer uit of het spoorwegstation waar Anna Karenina zich op een gegeven moment bevindt echt is of van bordkarton. De muziek versterkt deze formule om met voortdurende wisselingen toch een eenheid op te bouwen en de scènes met elkaar te verbinden. We horen constant hetzelfde Russische melodietje, maar in zulke eindeloze variaties dat het geen moment verveelt.
Dat spoorwegstation speelt een cruciale rol in de film. Het begint met het speelgoedtreintje van Anna Karenina’s zoontje en gaat over in de scène op een station als een spoorwegarbeider onder de wielen van een locomotief terecht komt, wat vooruit wijst op het einde van de film. Dat speelgoedtreintje komt ook in de negenhonderd pagina’s tellende roman van Tolstoj voor. In dat opzicht is Joe Wright trouw gebleven aan het boek, meer dan de meeste verfilmingen met in de Anna-rol grote sterren als Greta Garbo, Vivien Leigh en Jacqueline Bisset en nu dan met Keira Knightly die we door haar recente rollen in ‘A Dangerous Method’, ‘Atonement’ en ‘Pride & Prejudice’, haast niet meer kunnen voorstellen zonder historische kleding.
Keira Knightly acteert met een koortsachtigheid zoals we van haar gewend zijn, lijflijk en vol overgave, in de rol van de in haar kringen alom geliefde Anna Karenina, echtgenote van een nogal rigide topambtenaar (Jude Law), die echter hopeloos verliefd wordt op de jonge graaf Vronski (Aaron Taylor-Johnson) en hij op haar. Daarmee overschrijdt ze ‘de regels’ zoals iemand in de film opmerkt, ‘wat erger is dan het overschrijden van de wet’. Overspel, avontuurtjes, alles wordt in dat milieu in die tijd door de vingers gezien of zelfs aangemoedigd, maar werkelijk buitenechtelijk verliefd worden is een doodzonde.
Dat in wezen dramatische, maar simpele verhaal, wordt in boek en film afgewisseld door nevenintriges, zoals de liefde tussen de landjonker Konstantin Levin (een zelfportret van Lev Tolstoj) en de lieftallige Kitty Sjtsjerbatskaja (Alicia Vikander, die we kennen als prinses Caroline van Denemarken in de prachtige kostuumfilm ‘A Royal Affair’ van Nikolaj Arcel), waarmee Joe Wright opvallend trouw aan de roman is gebleven. In de meeste verfilmingen is deze spiegelaffaire tegenover Anna Karenina weggelaten.
Adembenemende shots nemen ons als toeschouwer mee in dit theatrale spel van afstoten en aantrekken, van schoonheid en hypocrisie, van liefde en haat. Anna Karenina is geworden wat film vanaf het begin van haar ontstaan altijd heeft beoogd, maar wat maar zelden tot stand komt, een waar Gesammtkunstwerk met een simpel verhaal dat hier en daar een grote artistieke rijkdom en diepte bereikt.
Eric Bos