Groningen (28 februari) – Groninger Museumdirecteur Andreas Blühm zet een drastische koerswijziging in. Voortaan toont het Groninger Museum ook regionale kunstenaars, zo bevestigt Andreas Blühm dit voornemen via deze site.
Daarmee breekt Andreas Bluhm met het beleid van zijn voorgangers. Al jaren staat de ‘kwestie Henk Helmantel’ model voor de weigering van het Groninger Museum om regionale kunstenaars in huis te halen. Henk Helmantel zei enkele jaren geleden, kort nadat er in het Drents Museum een groot overzicht van zijn werk was gehouden, dat hij het logisch vond om aan de muren van het GM te hangen. Dat werd door toenmalig directeur Kees van Twist betwist.
Het argument van Van Twist was dat het naschilderen van potten en pannen voor hem geen interessante optie voor zijn museum was, of woorden van gelijke strekking. De reactie van Van Twist veroorzaakte in het Groningse een kleine storm. Het argument van Helmantel en veel andere Groningse kunstenaars was en is dat het Groninger Museum niet voor niets zo heet en vanwege de naamgeving verplicht dient te zijn regionale kunst te tonen.
Overigens heeft het Groninger Museum de afgelopen decennia met enige regelmaat regionaal werk in huis gehad, onder anderen een groot overzicht van Martin Tissing en van jonge, veelbelovende noordelijke kunstenaars. Ook het geregeld tonen van de grote Ploegcollectie en werk uit de Collectie Veendorp kan gezien worden als een belangrijk onderdeel van het museumbeleid.