Het schrijvershuisje van Virginia Woolf in
de tuin van Monk’s House bij Rodmell-UK.
Copyright: www.pinterest.com
Het betreden van de tuinen van Engelse schrijfsters als Jane Austen of Virginia Woolf, is een belevenis. Een roman op zich. De ziekelijke Jane Austen (1775-1817) woonde het laatst in Chawton en schreef haar beste romans aan een twaalfkantig, notenhouten tafeltje met uitzicht op de tuin die ze zelf had ontworpen. Virginia Woolf had in Monk’s House bij Rodmell tot haar dood een tuinhuisje als schrijfkamer tot haar beschikking met een vierhoekige tafel met uitzicht op de tuin die ze zelf had ingericht. Twee olmen stonden daar, representanten van haar en haar man Leonard. Toen ze in 1941 stierf, werd haar as tussen die twee bomen begraven. Dat gebeurde later ook met de as van Leonard. Maar toen was de olm van Virginia al verdwenen, opgeblazen tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943. Na Leonards dood sneuvelde zijn olm in 1985 door de iepenziekte.
Kleine, eenvoudige stenen markeren de plek waar zij rusten. Daardoor is er zelfs op de meest zomerse dag altijd een zweem van de herfst voelbaar. Menige bezoeker krijgt er een sterk gevoel van de aanwezigheid van de schrijfster. Het betreden van haar schrijvershuis, een blik op het gebutste en inktgevlekte tafelblad waar een aantal van haar romans het levenslicht zagen, wekt niet zelden een hevige ontroering.
Wie in Chawton, niet ver van Winchester waar ze ligt begraven, de tuin van Jane Austen doorwandelt, wordt in lente en zomer bedwelmd door een botanische weelde die, zoals elke traditionele Engelse tuin, staat voor stukjes van het verloren Paradijs, uit de tijd toen God nog in Engeland woonde. Maar juist daar is het oppassen. Terwijl we over slingerpaden langs stokrozen slenteren en aan overhangende rozen ruiken, kunnen we links of rechts van het pad, hoopjes menselijke as tegenkomen, daar illegaal verstrooid door onbekende nabestaanden die al te veel dweepzucht voor hun schrijfster aan de dag leggen.
Louise West, curator van het Jane Austen Society, heeft daarom een oproep gedaan om mensen ervan te weerhouden hun gestorvenen bij Jane Austen achter te laten. Typisch Engels is dat ze zich nog de meeste zorgen om de tuin maakt. ‘Het is onfatsoenlijk’, laat ze weten. ‘Maar het is vooral slecht voor de tuin. As bezit helemaal geen voedingsstoffen.’