Vincent van Gogh: ‘Veld met irissen bij Arles’ (1888)
copyright: Van Goghmuseum, Amsterdam
De blauwe Irissen van Vincent van Gogh hangen weer op zaal in het Van Goghmuseum. Niet omdat het lente is, maar omdat we in het ‘Van Goghjaar’ leven en het onderzoek naar verkleuring in zijn werk is afgerond. Toen hij ze in het veld bij Arles had geschilderd, waren ze nog paars. Maar onder invloed van het licht en van zuurstof zijn ze van kleur veranderd.
Het zat ‘m in de kleur rood die Van Gogh gebruikte. Dat was een bepaald soort vermiljoen, gemaakt van cochenille, fijngestampte vrouwelijke schildluizen die een rode kleur afscheiden. Maar dat rood verbleekt snel. En het kobaltblauw dat Van Gogh naast citroengeel en veronesegroen op zijn palet had, blijkt ook niet van het beste soort te zijn geweest.
Waar had Van Gogh deze rommel gekocht? Waar kochten andere schilders, onder wie Paul Gauguin, de goedkope verf die in tubes werd verhandeld? Onder andere bij Père Tanguy, dat vrolijke mannetje met hoed en baard dat door Van Gogh liefst drie keer werd geportretteerd. Tanguy had zijn handel in de Rue Cortot op Montmartre, enkele huizen verder dan dat van de schrijver Émile Zola. Het huis bestaat nog steeds, het is onderdeel van het Musée Montmartre. Een toegangspoortje tot de binnentuin scheidt het van het huis waar Renoir zijn atelier had.
Julien Tanguy was niet zelden de redder van de schilders die op de pof bij hem mochten kopen. Maar van hoge kwaliteit was die verf beslist niet. Meer vulmiddel dan zuivere pigment. Dat wisten de schilders heel goed, Van Gogh ook. ‘Zijn kobaltblauw is te slecht om er nog meer van te bestellen’, schreef hij in juni 1888 aan zijn broer, vlak voordat hij naar Arles verhuisde.
Er is meer onderzoek gedaan naar het materiaal dat Van Gogh gebruikte. Zo blijkt dat hij de nieuwste dingen uitprobeerde, vooral op kleurgebied. In Arles probeerde hij bijvoorbeeld de nieuwe organische-synthetische verf uit, en paarse aniline-inkt die net in de handel was gekomen, evenals knalrode geraniumlak. Ook niet al te best op de lange duur. Als we zo’n kleurig Van Gogh-schilderij willen naschilderen, kunnen we beter echte geraniums en irissen als voorbeeld nemen dan die van Van Gogh.