Dijkstra en andere leden van De Ploeg hielden geregeld modelavonden in de jaren ’20 en ‘30 van de vorige eeuw. Ook toen was het een probleem om een geschikte ruimte te vinden waar je als groep kunstenaars kon werken. In het Ploeg Jaarboek 2012 schreef kunsthistorica Anneke de Vries een uitgebreid artikel over de inspanningen van De Ploeg om het ideaal van een passend eigen onderkomen te verwezenlijken. De modeltekening die we hier zien, is afgedrukt in het boek ‘Hendrik Nicolaas Werkman, Kunst is overal’, temidden van andere recente aanwinsten van het Groninger Museum.
Modellen spelen in de kunstgeschiedenis soms een even grote rol als degenen die ze vereeuwigden. Wat zouden wereldberoemde schilderijen als ‘Le dejeuner sur l’herbe’ of ‘Olympia’ uit 1863 van Edouard Manet zijn zonder het model Victorine Meurent met wie hij tijdens het modelschilderen op zijn atelier gesprekken voerde over de betekenis van kunst? En zo belichaamt het Amsterdamse model Truus Trompert sinds 1956 de gebeeldhouwde onverzettelijkheid van de Nederlandse maagd op het Nationaal Monument op de Dam.
Net als zij is ook de naam van dit Ploegmodel bekend. Ze werd vele malen getekend, geëtst en geschilderd door Jan Wiegers, George Martens, Johan Dijkstra en vermoedelijk door alle Ploegkunstenaars die aan de modelavonden deelnamen. Modellen bleven het liefst anoniem, maar in het bijschrift van de modeltekening van Johan Dijkstra staat haar naam vermeld: Jantje Bolt, alias Jeanne de Blécourt, geboren in 1903 in Toornwerd.
Johan Dijkstra schetste in woorden haar entree op de modelavonden: ‘Een nieuw model met een deftigen Franschen naam, arbeiderskind van het platteland. Rooie wangen, blauwe oogen, zwart haar. Een zuidelijk gedrongen figuur.’ Waardoor zo’n kleurloze tekening ineens kleur krijgt.
Mariëtta Jansen en Doeke Sijens, redactie. ‘Hendrik Nicolaas Werkman, Kunst is overal’. 116 pagina’s 22,50 euro. Uitgave Groninger Museum en Stichting De Ploeg – 2015.
.