Charles François Daubigny: ‘Bords de l‘Oise.’ (1863)
copyright: Musée d’art de Saint Louis (Missouri)
In Auvers-sur-Oise wandel je langs tastbare schilderijen. Ze staan er echt, het stadhuis dat Vincent van Gogh schilderde of de dorpskerk die dankzij Van Gogh wereldberoemd werd.
Vanaf de camping loop je langs de oevers van de Oise, een schilderachtige rivier die door Charles François Daubigny (1817-1878) vele malen werd vereeuwigd, onder andere vanuit zijn atelierboot.
Daubigny is nu het middelpunt van een tentoonstelling in het Van Gogh Museum, naast Monet en Van Gogh. Want, laat het museum weten, wat hadden Monet en Van Gogh, maar ook Pissarro en Sisley, gemoeten zonder het grote voorbeeld Daubigny? Zonder Daubigny zou er geen Impressionisme zijn geweest. Dat het grote voorbeeld veel minder spannend oogt dan het werk van zijn twee collega’s is natuurlijk te verwachten. Door een Monet of Van Gogh naast een Daubigny te hangen, zoals op de tentoonstelling gebeurt, wordt het verschil nog duidelijker. Het verhaal van de tentoonstelling is dat Van Gogh en Monet Daubigny volgden, tot in het formaat van zijn doeken, zoals Van Gogh deed. Daubigny was een echte Barbizonschilder, met zo’n donker, stemmig palet. Met van die Ruysdaelse boomgroepen daar, de boten in de rivier elders, het kussende paar op de akker in het maanlicht.
We slaan in Auvers-sur-Oise een straatje in, op weg naar het atelier van Daubigny, zoals Van Gogh dat in 1890 ook deed. Hij wilde uit eerbied voor Daubigny diens weduwe begroeten en schilderde meteen liefst drie keer de tuin. Op de wanden van het atelier heeft Daubigny samen met zijn zoon en zijn schildersvrienden Corot en Daumier enorme landschappen geschilderd. Prachtig allemaal, maar sinds we hebben geleerd dat een losse toets, licht coloriet en vluchtige impressie spannender kunst voortbrengen, lijkt schilderen in laagjes en met een bezonken palet al gauw een beetje saai. Hoewel, als je naar Daubigny’s ruig geschilderde luchten kijkt en naar een paar snel gepenseelde landschappen aan het eind van zijn leven, was hij zo saai nog niet. Van Goghs waardering voor Daubigny was echter niet veel groter dan voor collega’s als Corot, Daumier of Millet die je ook als aartsvaders van het Impressionisme kunt beschouwen.
We lopen terug naar de camping, langs het water en ja, dat moet gezegd, het is of we een schilderij van Daubigny passeren. Want Daubigny was een waarachtige schilder. Hij schilderde niet alleen hoe het er uitziet, maar vooral zoals het is; de zuurstof, het gedempte licht, de tijdloosheid.
‘Daubigny, Monet, Van Gogh: Impressies van het landschap’. Van Gogh Museum, Amsterdam. T/m 29 januari 2017 www.vangoghmuseum.nl