De kunstschilder Pieter Knorr (Rotterdam, 1959) woont in zijn schilderijen. Als je zijn atelier binnenstapt, heel voorzichtig, om niets om te stoten, sta je in een klein vertrekje zonder kunstlicht met twee ramen die een mysterieus strijklicht over alles verspreiden. Het koele Groningse licht van het Westerkwartier, waar het vanouds best somber kan zijn. Dat is het licht dat we in al zijn schilderijen terugzien.
Het is er koud, er is geen kachel, een schemerruimte met ezels, lijsten en panelen. Stillevens, het kan niet anders. Nature morte. Kadavers van konijnen, een das, een vosje, een geitje, een pauw. In de vrieskist ligt een veulentje. Die is al vereeuwigd. Want Pieter Knorr ziet het schilderen van dode dieren en dingen als zijn persoonlijke strijd tegen de vergankelijkheid van alles. Zijn wereld met potten verdorde bloemen en bladeren doet denken aan die van Jan Mankes, zoals een schilderij van huizen en bomen in de avondzon.
De stillevens zijn in bruinen, witten en grijzen opgezet. Een beperkt palet dat alle ruimte laat aan atmosfeer en verstilling. Doordat hij een sterk sfumato toepast, een eeuwenoude techniek om contouren te verzachten, lijkt het of zijn uitgestalde dode dieren langzamerhand verdampen. Alsof ze tot het stof vergaan dat liefderijk in de atmosfeer wordt opgenomen.
De zachte vachtjes en staarten, de gebroken ogen, het zinloze van het er nog zijn, Pieter Knorr schildert ze tot slechts het omhulsel is overgebleven dat vervolgens langzaam in en uit elkaar valt. De dood als remedie tegen de verschrikkelijke eeuwigheid.
Maar er is meer. In zijn atelier klinkt dag en nacht muziek. Dat heeft hij nodig als hij schildert. Muziek als een tweede huid van klank dat alles buitensluit en de kunstenaarsziel verwarmt. De strijkkwartetten van Shostakovitsj. Die gaan soms over de dood. Arvo Pärt, daar gaat het over spiritualiteit, opstand en berusting.
Als we op zijn expositie voor zijn schilderijen staan, lijkt het of Pieter Knorr die muziek ook
in olieverf vereeuwigd heeft. Alsof Arvo Pärt en Shostakovitsj tussen de pigmenten doorschemeren, en hun klank dat geitje, die haas en dat vosje zachtjes doet vibreren. Alsof ze toch nog een beetje leven.
‘Pieter Knorr, nieuw werk’. Galerie De Kuiperij, Kleasterwei 14A, Veenklooster. Vanmiddag geopend om 15.30 uur door Mr.Paul Fantin, Antwerpse kunstverzamelaar. Daarna open: vr en za 13-17 uur. T/m 3 december 2011.