In het Kupferstichkabinett van de Kunsthalle in Bremen is een serie grafiek te zien over de onderwerpen Liebe, Angst und Tod. Je moet er de goedverlichte zalen van de expositie ‘Edvard Munch, Rätsel hinter der Leinwand’ voor verlaten om de onbestemde duisternis van het Kabinett binnen te treden. Langs de wanden, achter glas, bevinden zich ruim vijftig kleine grafiekvellen waarop Munch, maar ook tijdgenoten als Max Klinger, Félicièn Rops, Franz von Stuck, Albert Besnard en anderen hun angstvisioenen en seksuele fantasieën afdrukten. Het is er verlaten, de meeste bezoekers kijken liever naar de kleurige schilderijen op zaal dan naar kleine zwart-witprentjes in een duister kabinet.
Liefde, angst en dood waren in de 19de eeuw nauw met elkaar verbonden. Het naakte vrouwenlichaam werd beschouwd als bron van zonde, taboe, verlokking, dood en begeerte. ‘Begierde’ heet de litho die we hierboven afgebeeld zien dan ook. De Noorse kunstenaar Edvard Munch (1863-1944) ervoer liefde, angst en dood royaal aan den lijve, waarbij zich dan ook nog het monster Jaloezie aansloot.
Het object van begeerte is een jong, naakt meisje, hetzelfde meisje dat we op het beroemde schilderij ‘Pubertät’ uit 1895 tegenkomen, waar ze wat bevreesd en beschaamd op de rand van een bed zit, met een grote, dreigende schaduw achter zich. Munch schilderde haar in 1898 opnieuw, maar dan van opzij terwijl drie uitvergrote, akelige mannenkoppen hongerig naar haar loeren.
‘Mädchen und drei Männerkopfe’ luidt de titel en het wordt voor het eerst op deze tentoonstelling aan het publiek getoond. Het totaal onbekende schilderij bleek zich te verbergen onder de verflaag van het schilderij ‘Das Kind und der Tod’ uit 1899.
Het thema bloot meisje en begerige mannen is op de expositie in allerlei varianten aanwezig. Munch noch de meeste tijdgenoten wisten hoe ze moesten omgaan met al die taboes en verboden, met seksualiteit en verleiding, noch met intimiteit en kwetsbaarheid. Wat dat betreft biedt de tentoonstelling niet alleen inzicht in de schilderkunst en de thematiek van Edvard Munch, maar ook en vooral in de tijd waarin hij leefde.
De schemering van het kabinet met zijn bizarre grafiek vol lusttaferelen en angstdromen, waar slechts ingewijden toegang lijken te hebben, verbreedt en verdiept het verhaal van de expositie. Het is er alsof we midden in Arthur Schnitzlers ‘Traumnovelle’ staan.
‘Edvard Munch. Rätsel hinter der Leinwand’ Kunsthalle, Bremen. Open: di t/m zo10-18 uur. T/m 26 februari 2012