De nieuwe documentaire ‘Oude Helden – Jonge Meesters’ van de Stichting Beeldlijn die op 15 mei 2012 in het Drents Museum in première ging, kan gezien worden als een vervolg op ‘Jong in Groningen, moderne kunst uit de periode 1945-1975.’ Die film ging over de avant-garde, toen kunst na De Ploeg ineens actiekunst werd en ook de straat een atelier kon zijn. Bekende namen als Henri de Wolf, Jo van Dijk, Martin Tissing, Karl Pelgrom, de meeste zijn al dood. Maar ook Matthijs Röling die als overgangsfiguur blijkt te fungeren nu je beide documentaires als één geheel kunt beschouwen. Want, hoe ging het verder met de artistieke ontwikkelingen in het Noorden?
Matthijs Röling wordt in de nieuwe documentaire gezien als een van de founding fathers van de zogenaamde Noordelijke Figuratie. Schilders, dichters en beeldhouwers die na het ijzerenheinige Modernisme de schoonheid weer opzochten, uit de rijke traditie putten op een eigentijdse, verbeeldende manier. Kunstacademie Minerva speelde daarin een sleutelrol, evenals de door een groepje kunstenaars opgerichte Fuji Art Association. De leden daarvan waren onder andere Matthijs Röling, Wout Muller, Ger Siks, Trudy Kramer, Gouke Notebomer, Herman van Hoogdalem, Fritzi Harmsen van der Beek en Jean Pierre Rawie. Figuratieve kunstenaars, zelfs de abstracties van Gouke Notebomer vonden hun bron in de Figuratie. Dat leidde tot een grote bloei van de Figuratie en de klassieke schilderkunst, met de grote figuratieve collectie in het Drents Museum, de oprichting van Museum De Buitenplaats voor Figuratieve Kunst en de stichting van de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst.
Oude Helden – Jonge Meesters voert ons met fraaie beelden en uniek oud filmmateriaal mee in deze interessante ontwikkeling. Aan de hand van interviews met Matthijs Röling, Herman van Hoogdalem, Diederik Kraaijpoel, oud-recensent Friggo Visser, Drents Museum-conservator Harry Tupan, Klassieke Aacademie-directeur Tom Hageman en galeriehoudster Henriëtte Mulder, krijgen we een duidelijk beeld van de Figuratie die ook nadat Minerva in 1993 het klassieke curriculum afschafte, een succesvolle weg bleef gaan. Dat klassieke curriculum is de basis geweest voor deze unieke samenballing van hoog-kwalitatieve, figuratieve schilders en beeldhouwers, hoewel de beeldhouwafdeling al veel eerder door de leiding van Minerva was ontmanteld. Het was indertijd Minervadirecteur Petri Leijdekkers die de klasssieke schildersopleiding ophief en de bijbehorende docenten deed afvloeien.
Oude Helden krijgt echter een vreemde draai als Ger Siks en oud-redacteur van het Nieuwsblad van het Noorden, Erik Beenker, aan het woord komen. Beenker heeft altijd een felle strijd gevoerd tegen de aanwezigheid van de Figuratie. Hij noemde Matthijs Röling ooit een ‘fascist’ en zag het als zijn missie om de figuratie neer te sabelen of zoveel mogelijk uit de krantenpagina’s te houden. Ook Ger Siks blijkt in de documentaire nogal wat ongefundeerde kritiek te hebben jegens de zes jaar geleden opgerichte Klassieke Academie die in het gat is gesprongen dat Minerva veroorzaakte.
De felheid van toon en de woede op en over het bestaan van de Klassieke Academie en daarmee op de Figuratie is voor buitenstaanders totaal onbegrijpelijk. Geen van de kritikasters weet duidelijk te maken wat er mis is aan Figuratie, waarom deze tak van kunst niet naast het Modernisme kan of mag bestaan en wat er mis is met de Klassieke Academie. Waarom doen ze alsof met klassiek kunstvakonderwijs de wereld en de kunst op de rand van de afgrond worden gebracht? ‘Ik had mijn hielen nog niet gelicht of ze grepen de macht’, zegt Erik Beenker die na zijn journalistieke carrière in Groningen medewerker bij Museum Boijmans van Beuningen werd. En verder noemt hij het boek van Diederik Kraaijpoel, ‘Bevroren Revolutie’, dat zich tegen het Modernisme keert, ‘een bespottelijk boek.’ *) Beenker doet alsof de Tweede Wereldoorlog nog maar net is afgelopen en er nog volop gezuiverd moet worden. Zulke uitspraken die niet nader worden toegelicht maken de film onbegrijpelijk voor niet-ingewijden in de oude geschiedenis.
Ook iemand als Ger Siks *) die overduidelijk tot de Noordelijke Figuratie gerekend kan worden, ageert heftig tegen een ambachtelijke kunstvakopleiding als de Klassieke Academie. Siks noemt de Klassieke Academie een ‘bejaardenvereniging’ en een ‘grijze permanentengedoe’. Andere volstrekt onjuiste informatie uit de mond van Siks werd door de maker van de documentaire gecensureerd.
Dat er tegengestelde meningen worden gegeven in de film is niet het probleem, al druipt de vijandigheid er van af, wel dat er van alles wordt geroepen wat in de documentaire niet wordt verklaard, noch in een duidelijk verband wordt geplaatst. Door tegengestelde meningen in de documentaire bij elkaar te stoppen, wordt Oude Helden-Jonge Meesters wel een levendige film, maar door de makers is verzuimd aan te geven waar het nou eigenlijk allemaal over gaat, nu we in een tijd leven waarin alle kunstsoorten, van potjesschilders tot digitale avant-garde vanzelfsprekend naast elkaar bestaan en er van een richtingenstrijd in de kunst allang geen sprake meer is. Behalve in Groningen. Dat is een interessant gegeven. Maar waarom dat zo is, wordt in de documentaire niet beantwoord. ‘Oude Helden’ laat de kijker in raadselen achter. Voor een film die een stukje plaatselijke kunstgeschiedenis wil beschrijven, is dat een ernstige misser.
Eric Bos
*) Ger Siks wees de auteur van deze recensie vriendelijk op het feit dat een uitspraak van Erik Beenker onterecht werd geciteerd als een uitspraak van Ger Siks. Waarvoor oprechte excuses op zijn plaats zijn. De tekst is inmiddels aangepast.
De trailer van de documentaire is te zien op You Tube: ‘Trailer Oude Helden-Jonge Meesters’.