De tijd is verdwenen in de films van de Hongaarse cineast Béla Tarr (Pècs, 1955). Zijn zwart-wit films gaan over het onveranderlijke leven van Hongaren op het platteland. Het zijn geen verhalen, het is filmpoëzie, observaties die in langzame ‘rijders’ aan ons voorbijtrekken. ‘Het leven is een eeuwigdurende kringloop,’ zegt één van de personages in ‘The Turin Horse’ (2011).
De fascinerende filmstijl van Béla Tarr doet denken aan die van een andere meester cineast, Andrei Tarkovski in ‘De Spiegel’ (1975) waarin een plot of logisch verhaal ontbreekt en aan de hand van losstaande scènes de psychologie van de personages voelbaar wordt gemaakt.
Voor de tentoonstelling ‘Béla Tarr, Till the End of the World’ in het Amsterdamse Filmmuseum Eye is de ruimte verdeeld over een aantal verduisterde zalen waar foto’s en stukjes film uit het oeuvre van Béla Tarr te zien zijn. In de eerste zaal beland je midden in een tastbaar gemaakte filmscène uit ‘The Turin Horse’ (2011). Je loopt langs het prikkeldraad van een grenspost, het beruchte hek dat vreemdelingen en vluchtelingen buiten de deur moet houden. Verderop word je bijna omver geblazen door een gierende wind die het landschap in de film geselt. De takken van de boom in de zaal zwiepen heen en weer.
De dynamiek in de films van Béla Tarr bestaat uit ritme. De tijd wordt hoorbaar gemaakt door het trage tikken van klokken en het druppen van water. In kroegen wordt accordeon gespeeld, er wordt gedanst. Eén van de mooiste scènes is die waarin dronken stamgasten tegen sluitingsuur de loop van het zonnestelsel uitbeelden.
Op YouTube wordt één van de vele clips met muziek van Arvo Pärt, het ‘Salve Regina’, vergezeld van de openingsbeelden van het zeven uur durende ‘Sátántangó’ (1997) van Béla Tarr. De filmbeelden die in een trage stroom voorbij glijden, bepalen in hoge mate de beleving van Pärt’s hemelse muziek, hoe die zich mengt met de volstrekte aardsheid van het landschap rond een boerderij, waar koeien door modderplassen naar de stal kuieren en we de kleine Erika Bók met haar dode kat onder de arm volgen. Verwaarloosde gebouwen, kapotte muren, armoede en verval. De Hongaren hebben zich, zegt Béla Tarr, al eeuwen met hun lot verzoend.
‘Béla Tarr, Till the End of the World’. Eye Filmmuseum in Amsterdam. Open: dagelijks 10-19 uur. T/m 7 mei. Zie voor Béla Tarr filmprogramma de website: www.eyefilm.nl
Films van Béla Tarr, evenals het ‘Salve Regina’ van Arvo Pärt zijn te vinden op de website van YouTube.