Édouard Baldus: De kerk van Auvers-sur-Oise (1855)
copyright: Courtesy Georg Eastman Museum, Rochester NY
Op het moment dat de jonge Franse kunstenaar Édouard Baldus (1813-1889) zijn schildersezel voor een fotocamera verruilde, begon zijn ster te stralen. Zijn foto’s worden meer dan een eeuw na zijn dood als meesterwerken erkend. Maar al tijdens zijn leven als fotograaf, was hij beroemd.
Eind jaren veertig van de 19de-eeuw zag de eerste calotypie het licht, uitgevonden door de Engelse wetenschapper William Henry Fox Talbot, waarmee een fotonegatief als positief op papier kon worden afgedrukt. Dat was voor Baldus een uitkomst. Zijn scherpe kunstenaarsblik en technische vaardigheid maakten hem tot een ideale fotograaf van bijzondere architectuur in Parijs en in de regio. De officiële opdracht om het woud van Fontainebleau vast te leggen en landschappen en gebouwen van de Dauphiné, de Provence en een deel van Languedoc te vereeuwigen, was een kolfje naar zijn hand. Zijn foto’s hebben iets heel bijzonders: helderheid, schoonheid en poëzie. Zijn werk was een ideaal hulpmiddel bij restauraties van nationaal erfgoed en het archiveren van gebouwen die werden gesloopt. Het succes was enorm. Baldus wist als schilder niet wat hem als fotograaf overkwam.
In de jaren ’50 begon hij aan een grote serie spoorwegfoto’s, overwegen, tunnels, treinviaducten en spoorwegemplacementen. Dat werd zijn handelsmerk, daarmee had hij het meeste succes.
Je ziet dat Baldus een scherp oog had voor de verschillende landschappelijke eigenaardigheden. Dat gold ook voor zijn foto’s van oude kerken, papiermolens, stadspleinen en kasteelruïnes.
Ook in deze tijd kijk je met genoegen naar de unieke combinatie van schilderachtigheid en historische informatie van zijn foto’s. Ze slagen erin de tijd aan de voortgang der dingen te ontfutselen. Het technische aspect werd ondergeschikt gemaakt aan een fotografische poëzie van grijstonen.
Zo belandde hij in 1855 ook in Auvers-sur-Oise waar hij de kerk fotografeerde. Het is dezelfde kerk die wereldbekend werd dankzij de schilderijen die Vincent van Gogh er in 1890 van maakte, toen hij daar in de plaatselijke herberg bivakkeerde. Édouard Baldus was toen net een jaar dood. Vincent van Gogh zou in het korenveld, vlakbij de kerk, een geslaagde poging doen een einde aan zijn leven te maken. Toen Baldus de foto maakte was Van Gogh net twee jaar oud. Ze hebben elkaar niet gekend, ze kruisten elkaar in de tijd, zoals de een zijn statief daar plantte en de ander bijna een halve eeuw later zijn veldezel.
‘After Baldus’, fotografen Theo Baart en Cary Markerink in het voetspoor van Édouard Baldus. Het werk van Baldus is op een video te zien in het Amsterdamse Fotomuseum Huis Marseille en op www.youtube.com. Open: di t/m zo 11-18 uur. T/m 5 maart. www.huismarseille.nl