Kunstschilder Otto Eerelman (1839-1926) is nog steeds Groningen’s stille trots. Zijn schilderij ‘De Paardenkeuring op de Grote Markt op 28 augustus 1920′ hangt als een Groningse Nachtwacht in de entree hal van het Stadhuis. Maar in de kunstgeschiedenis is zijn ster verbleekt. Zonder die Paardenkeuring zouden we misschien amper meer van hem gehoord hebben. Toch was Eerelman een geliefde schilder bij de Oranjes en de bestellingen voor zijn schilderijen van paarden en honden stroomden binnen. Maar zijn werk stak aan het eind van zijn leven schril af toen het expressionisme van de Ploeg bewees dat ze in Groningen niet achterlijk waren.
Tenslotte was hij de eerste Nederlandse kunstenaar die een grondige studie van paardenrassen maakte en als geen ander hondenportretten kon schilderen alsof het mensen waren. En omdat hij nog even leerling is geweest van Lourens Alma-Tadema, is het misschien goed om weer eens heel voorzichtig naar zijn werk te kijken.
Zo lopen we in het Groninger Museum tegen een klein portret van een hondje aan, een Sint Bernard-pup in het stro, uit 1924.
De Sint Bernard hond was een favoriet hondenras bij Otto Eerelman. Zo’n onderwerp werd helemaal niet als sentimenteel of kitscherig beschouwd in Eerelmans tijd. Sommige kunstenaars collega’s vonden het toen misschien een oubollig onderwerp, dat vonden de kopers van dergelijke kunst niet. Tenslotte werden ook de honden – en poezenschilderijen van Henriëttte Ronner-Knip (1829-1909) als topkunst beschouwd. Eerelman bezat twee honden, maar zijn vrouwelijke collega had een complete dierentuin achter haar huis.
Het geeft aan hoe populair honden en katten waren, bij Henriëtte Ronner werd zelfs eerbiedig het begrip ‘Salonpoezenkunst’ gebruikt, in een samenleving die nog door elkaar geschud moest worden door de avant-garde. Je moet tenslotte alles in zijn tijd zien.
Als we voor de Sint Bernard van Eerelman staan, kijken we dus tegelijkertijd naar een tijdsbeeld, naar de smaak van onze voorouders. Het is dus meer dan zomaar een hondje.
Dat het goed geschilderd is, ontdekken we vooral als we voor de verandering wat meer afstand nemen. Vanuit de verte gezien ontdekken we dat het hondje met een trompe l’oeil effect geschilderd is, driedimensionaal. Zijn witte snuit steekt namelijk een beetje uit het schilderij. Als je dichterbij komt, is het effect weg, maar van een afstand wordt de Sint Bernardpup bijna aanraakbaar. Aaibaar. En precies voor dat soort kunstige vaardigheden tastten de gegoede burgers graag in hun portemonnee.