Carolein Smit: ‘De dood en het meisje’ (2012) keramiek (hoogte 63 cm)
copyright: 2018 – Drents Museum
Keramiste Carolein Smit opent voor ons de deur naar de gruwelkamer van het katholicisme. Die staat vol met gemartelde heiligen, Lijden en bloed, veel bloed. En tranen. Gelukkig is het Kwaad opgesloten in vitrines. Zo zit een keramische roodverbrande duivel te genieten van een brandend hellevuurtje. Hij propt zijn mond vol met mensenbotten – zijn lievelingsmaal. Verderop treffen we Christus aan, als Man-van-Smarten. Zijn polsen zijn met touw samengebonden. Hij ziet er uit als een gesmolten kaars. Dat komt omdat een waterval van dikke bloeddruppels zijn lichaam bedekt, vanaf zijn doornenkroon naar zijn voeten. Een bloedbad dat de uitbeeldingen van Hans Baldung Grien doet verbleken.
De ‘grand guignol’, als onderdeel van de angstaanjagende katholieke kermis, zit Carolein Smit (Amersfoort, 1960) in het bloed. Ze geeft die vorm in bizarre beelden en applicaties die lijken te verwijzen naar het werk van Ravage, bijvoorbeeld, maar veel verder gaan, veel confronterender zijn. Je kijkt er naar met een mengeling van verbazing en grote bewondering, zoals ze niet alleen de vorm, maar ook het ingewikkelde proces van het veelkleurige glazuur beheerst. Als meesterkeramiste heeft ze een internationale plaats veroverd.
Haar werk dat nu in het Drents Museum in Assen is te zien, varieert van snoezig, kitscherig naar dramatisch en theatraal. Ze heeft bijvoorbeeld prachtige, witkeramische applicaties aan de muren bevestigd, losse elementen als vogels, heksen, skeletten en ander gespuis dat grimmig-vrolijk een Middeleeuwse Dodendans uitvoert. Ze etaleert muizen, ratten, katten, uilen en apen, dieren die in de sprookjes van Grimm vaak een menselijke rol spelen. En kijk eens hoe realistisch een skelet zijn gretige tanden in het vleeskleurige gezichtje van een naakt meisje zet. Dat dient als voorproefje als we de de trap in het Drents Museum oplopen. De dood en het meisje. Daar slaat de titel van de tentoonstelling op: ‘L’amour fou’, een toestand van liefdeswaanzin. De versmelting van Eros en Thanatos.
Om perfecte anatomie gaat het lang niet altijd. Wel om raffinement. Zo zijn haar levensechte konijntjes, muisjes en hondjes echte schatjes die echter zo lief nog niet zijn. Kijk maar naar de hebzucht en vraatzucht in hun oogjes en zie eens wat een akelig scherpe tandjes ze hebben. Ze zitten of staan op ogenschijnlijk onschuldige bloemetjes, sieraden, parelkettingen, rococo-porselein en goud. Edelkitsch. Maar het knappe is vooral dat kitsch in dienst van kunst adembenemend kan zijn.
Carolein Smit, L’amour fou. Drents Museum, Assen. T/m 3 maart. Open: di t/m zo 11-17 uur. www.drentsmuseum.nl